Drama- en Mimegroep Salt

Christelijk Verhaal

 

‘Stap maar in!’

“Ik heb er één, een gratis treinkaartje!!! Zomaar gekregen, ik hoefde er helemaal niks voor te geven of te doen. En er zijn er nog véél meer, genoeg voor iedereen!!!”

Nina geloofde het niet gelijk hoor, dat ze hem echt gratis zou krijgen.
“Voor niets gaat de zon op“ zegt haar moeder altijd.
Daar bedoelt ze mee dat er maar heel weinig dingen gratis zijn.
Toen Nina een keer een folder liet zien met “Gratis 11 – delig huishoudpakket,“ las haar moeder verder “bij aankoop van een bankstel“.
Dat is dus niet gratis, het zit al bij de prijs in van het bankstel.
Zo waren er nog meer ……..
Daarom bekeek haar moeder het treinkaartje eens heel goed, maar ze kon geen kleine lettertjes ontdekken.
Het was ECHT GRATIS.
En nu mag Nina een reis uitzoeken.
Nou dat is echt niet moeilijk voor haar, ze wil naar Parijs, met de Hoge snelheidstrein naar Disneyland natuurlijk!
Het moet er geweldig zijn, ze is er nog nooit geweest.

Vandaag is het zover, Nina staat op het perron en wacht op de Koninklijke trein, daar komt hij aan, wat is hij mooi, zo rank.
“Kijk,” zegt Nina “ zo’n boemeltreintje, zo’n stoomtreintje is ook leuk hoor, maar geef mij maar zo’n super snelle, Hoge Snelheidstrein. Die gaat meer dan 200 km. per uur!”
Nina stapt in, ze mag eerste klas reizen staat er op haar kaartje, wauw dat heeft ze nog nooit gedaan.
Maar wat gek op elke coupé staat eerste klas … Mag iedereen eerste klas reizen? Ze kijkt er sip van.
Er komt een conducteur op haar af “Is er iets?” vraagt de man vriendelijk.
“Ik was zó blij dat ik eerste klas mocht reizen, dat ik in het mooiste gedeelte van de trein mocht zitten en nu blijkt dat alle coupé ‘s even mooi zijn” antwoordt ze.
“Fijn toch!” zegt de conducteur.
Nina haalt haar schouders op “Laat maar….”. De conducteur begrijpt haar gevoel niet, dus dan heeft het ook geen zin om het uit te leggen.
Prachtig is de trein, de zachte banken bekleed met rood fluweel met tafeltjes ertussen en overal zie je gouden kroontjes.
Nina is haar vervelende gevoel al snel vergeten, maar die komt snel weer terug als de trein lang op het station blijft staan.
Nina zoekt de conducteur op, “Waarom gaan we niet, ik wil zo snel mogelijk in Parijs zijn“. “De machinist wil zoveel mogelijk mensen de kans geven om nog in te stappen” zegt de conducteur.
“Lekker, zo’n vrijkaartje van de Koninklijke trein. Dit wachten gaat wel mooi van haar tijd af!“ denkt ze chagrijnig.
Ze probeert haar boosheid voor zich te houden en neemt weer plaats op haar heerlijke plekje bij het raam.
“O help, daar heb je Katja!”, ze woont bij haar in de buurt, ze heeft nooit leuke kleren aan, dat komt door Katja’s moeder, die is alleen maar druk met ruzie maken met Katja’s vader, die is verslaafd aan alcohol.
Als ze nou maar niet met deze trein meegaat … O help, ze gaat de trein in.
Als ze nou maar niet bij haar komt zitten.
“Gewoon net doen alsof ik haar niet zie“, denkt ze, “Misschien loopt ze dan door”.
Maar ze loopt niet door, Katja gaat tegenover Nina zitten.
Hè, had ze zich net zo verheugd op een mooie reis, zit er zo’n raar kind voor haar.
Als ze maar niet denkt dat ze gezellig met haar gaat babbelen.
Eindelijk, eindelijk klinkt het fluitje van de conducteur, de trein gaat vertrekken.
Wat een vaart krijgt de Hoge snelheidstrein, als Katja niet voor haar had gezeten was het fantastisch geweest.
De conducteur komt binnen, Nina zoekt naar haar kaartje. De conducteur schudt met zijn hoofd “Ik hoef hem niet te zien, ook zonder kaartje ben je in deze trein welkom“. Nina kijkt hem met verbazing aan “Gekker moet het niet worden!”
“Hebben jullie al kennis gemaakt?” vraagt de conducteur. Beide schudden van ‘nee’.
“De eigenaar van deze trein biedt alle reizigers van deze trein deze tas en een kaartspel aan, het heet ‘Ik wil je leren kennen’.
Hij legt de twee tasjes en het spel op hun tafel
“Ik wil Katja helemaal niet leren kennen!” schiet er door Nina’s hoofd heen, maar ze durft het niet hardop te zeggen.
Katja neemt de kaarten aan en even later klinkt de eerste vraag “Wat is belangrijk in jouw leven?”.
Nina krijgt het er warm van, wat nu ? Gewoon maar antwoord geven, er zit niets anders op …
Niet alleen het landschap vliegt voorbij, ook de tijd.
Na een half uur al weet Nina dat Katja een lief meisje is…… met krassen op haar ziel en weet Katja dat Nina vanbinnen minder mooi is dan vanbuiten.
Nina schaamt zich, zij heeft zoveel en toch is ze ontevreden en Katja heeft zo weinig en toch is ze er zo dankbaar voor. Hoe komt dat toch?……….
Na een paar stops komen ze aan in de voorsteden van Parijs, nog even denkt Nina dan zijn we er.
Daar klinkt de stem van de conducteur door de geluidsboxen “Op het volgende station blijft de trein 3 uur staan, u wordt allemaal verzocht; de trein te verlaten, de tas die u gekregen hebt mee te nemen en over 3 uur weer plaats te nemen in de trein”.
“Zijn we al bij Disneyland?” vraagt Nina aan Katja.
“Ik weet het niet, laten we het straks aan de conducteur vragen” reageert Katja.
Als de trein stopt stapt iedereen uit. Nina gaat het gelijk vragen.
“Nee” zegt de conducteur “Daar stoppen we niet, we hebben wat belangrijkers te doen”. “Wat?” Nina kan en wil haar oren niet geloven.
“Niet stoppen bij Disneyland??? …. Dat moet een vergissing zijn, dat is de leukste attractie van heel Frankrijk voor jongeren” roept ze machteloos uit. “Ik wil de machinist spreken!”
Even later staat ze voor hem, haar ogen spuwen vuur “Ik wil naar Disneyland!!!!”
“Dan zit je in de verkeerde trein” antwoordt Hij vriendelijk.
Nina kijkt verbaasd “In de verkeerde trein? Maar deze gaat toch naar Parijs, daar ligt Disneyland ook”.
“Als je met de Koninklijke trein mee gaat, breng Ik je op plaatsen die Ik belangrijk en goed vind”.
Fel roept Nina uit “Toch die kleine lettertjes hè, mijn moeder had me nog zo gewaarschuwd!”.
De machinist vraagt Nina haar kaartje aan Hem te laten zien “Geen kleine lettertjes, het staat er heel groot op ‘Volg Mij’ dat betekent dat je de leiding over je levensreis in Mijn handen legt, als er nu ‘Bepaal je eigen weg’ had gestaan had je gelijk gehad”.
“En nu, wat moet ik hier doen, hier valt toch niets te beleven?” vraagt Nina nijdig.
“Ga de wijk in, ontmoet de mensen die hier wonen, wees nederig, zachtmoedig, liefdevol en helpend, eerlijk en oprecht, breng er Vrede. Deel uit van wat je hebt!” zegt de machinist.
Onthutst roept Nina “Maar hier wonen criminele buitenlanders, ze hebben honderden auto’s in brand gestoken, ik heb het op de televisie gezien! ”
“Overwin het kwade door het goede en Wie zonder zonde is mag de eerste steen werpen” zegt de machinist met een liefdevolle blik in zijn ogen, hij draait zich om en loopt weg.
Daar staat ze dan, haar droom is uit elkaar gespat, achter zich hoort ze kinderen ruzie maken “Ik had dat kaartje het eerst gevonden !”….”Nee, ik!”.
Ze ziet twee jongens aan een kaartje trekken, ze herkend het kaartje, zelf heeft ze er ook zo één op zak.
“Stop ermee jongens, ik heb er nog één voor jullie, je mag de mijne hebben” zegt ze in haar beste Frans.
De ogen van de jongens schitteren “Gratis, krijgen we hem gratis?”,
“Ja, helemaal gratis, ik heb hem ook voor niks gekregen”, “Dank je wel! O, geweldig”, springend van plezier verlaten de jongens met de twee kaartjes het perron.
Nina heeft geen kaartje meer, ze hoeft geen kaartje meer, ze weet het nu, ook zonder kaartje ben je welkom in de Koninklijke trein, je hoeft alleen maar in te stappen.
Ze kijkt in het tasje dat ze van de conducteur gekregen heeft, hij zit boordevol met treinkaartjes. Ze kijkt op haar klokje, ze moet opschieten, ze heeft al een kwartier verspilt, ze heeft nog 2 uur en 45 min, als ze al haar kaartjes kwijt wil moet ze er nu vandoor.
Haar koffer laat ze in de trein, die heeft ze nu even niet nodig, daar is hij veilig, veilig in de Koninklijke trein.
Met een glimlach verlaat ze het perron, ze denkt aan de woorden van Jezus “Er is vreugde in de hemel over één zondaar die zich bekeerd”.
Die blik in de ogen van de machinist die hadden het hem gedaan…… Liefde, pure liefde.
Als een droge spons had ze die opgezogen.
De machinist en de conducteur zien haar vol vreugde gaan “Daar gaat een fakkeltje, een brandend fakkeltje, niet om auto’s in brand te steken om maar koude harten te verwarmen” zegt de machinist verheugd.
De conducteur pakt zijn bijbel en leest Matth. 5 : 3 – 12.

David heeft liever een gratis kaartje voor de Koninklijke boot, geweldig zo’n reis over de wereldzeeën, wat een avontuur zou dat brengen!
Welke havens zullen ze aandoen?
Als ze in ieder geval maar de haven van Hawaï en Dubai aandoen.
Het moet daar adembenemend zijn.
Zwaar onder de indruk is hij als hij de boot in de haven ziet liggen, wat een cruiseschip!
Het personeel is vriendelijk “Stap maar in!”
Hij verheugd zich over de dingen die gaan komen; eten, drinken en vrolijk zijn!
En inderdaad het eten is lekker en de mensen vriendelijk.
Het is heerlijk om over het dek te slenteren, te turen over die enorme watervlakte.
Als hij ‘s avonds laat zijn hut wil opzoeken om te gaan slapen kan hij in de gang amper overeind blijven, wat een deining, als een dronkeman botst hij overal tegenaan.
Toch maar even nog naar het dek, hij wil de golven zien.
Maar als hij aan dek is overvalt hem de angst, gaat het altijd zo te keer op volle zee?
Kijk de golven slaan al over het dek, hij moet zich stevig vast houden om niet te vallen.
Stel nou dat het mis gaat…..het kan!……. net als bij de Titanic.
Ze zijn te ver van de kust af om te zwemmen.
De angst vliegt hem naar de keel, hij zit hier opgesloten, nergens is hij hier veilig.
Wat moet hij doen?
Hij voelt een enorme behoefte om met God te praten, maar die lijkt zo enorm ver weg achter al die donkere wolken.
Hij gaat terug naar zijn hut, hij pakt zijn bijbeltje en zoekt LUKAS 8 : 22 – 25 op.
Wat begrijpt hij de angst van de discipelen goed, ook hij wil schreeuwen “Meester, meester, wij vergaan!”
Maar het verschil is dat Jezus bij hen was, heel dichtbij, Hij lag aan hun voeten te slapen, ze konden Hem aanraken, Hem vastpakken.
Maar hij, David, zit hier alleen in zijn hut.
Is dat wel waar, is hij wel alleen?
Hij zit immers niet op een gewone boot, maar op de Koninklijke boot, dat betekent dat de kapitein niemand minder is als……………
Blijdschap vervult het hart van David, Hij is erbij , ook al ziet hij de kapitein niet, David mag weten dat Hij er is en er voor hem zal zijn.
Hij is immers op uitnodiging van de Kapitein aan boord!
Dat geloof moet hij VASTHOUDEN en BEWAREN, het zal hem kracht geven!
Eigenlijk moet hij zich net zo schamen als de discipelen, hij was even zijn VERTROUWEN in de Kapitein kwijt, nu weet Hij het weer, de Kapitein van de Koninklijke boot is de situatie volkomen de baas, hoe zijn reis ook gaat aflopen………………
Het werd geen Hawaï met zijn hagelwitte stranden en ook geen Dubai met zijn overdaad aan luxe……………
Het werd de haven van Dhaka……….Bangladesh dus, waar de Koninklijke boot aanlegde.
Eén van de armste en meest dichtbevolkte landen van de wereld.
David en de andere opvarenden mochten ontwikkelingswerk gaan doen of op het schip blijven hangen.
Binnen een week was het cruiseschip leeg…………het eten smaakte aan boord niet zo lekker meer, dat lag niet aan de kok, ook niet aan de producten……………ze konden de ellende van hun broeders en zusters niet langer aanzien.
Voor David werd het de tijd van zijn leven.
Hij leerde ECHT MENS te zijn, zoals God hem bedoeld had.

Iris heeft ook de UITNODIGING gehoord; “Ga je mee?”
Ze weet niet waar de reis naar toe gaat, maar wie wil er nou niet een gratis reis?
Je mag zelf het vervoermiddel uitkiezen.
Dat is voor Iris geen probleem, zij wil een gratis reis met een auto.
Nee, natuurlijk geen gewone auto….dù…..maar met een LIMO!!!!!!!
Zo’n super lange auto, met lederen bekleding, sterrenhemel, romantische sfeerverlichting, dubbele ijskoelers, prachtige glazen met karaf en servetten, TV en video, Radio en CD-speler, maandak, dubbele scheidingswanden voor privacy, getinte ramen én mobiele telefoon.
Iris heeft haar galajurk van het mode duo Viktor en Rolf aangetrokken.
Ze is naar de kapper en de schoonheidsspecialiste geweest, haar nagels zijn gemanicuurd…… nu klopt het plaatje helemaal!!!!
Ze voelt zich Assepoester, Sneeuwwitje, Billie Eilish, Jorna Smith, Koningin Maxima, Mahalia en Ravyn Lenae tegelijk.
Jammer eigenlijk dat de ramen getint zijn, nu zullen haar vriendinnen haar niet kunnen zien als ze de chauffeur langs haar school laat rijden.
Ze wil hun jaloerse blikken zien, dan zal ze nog meer genieten dan ze nu al doet.
Gratis met de Koninklijke Limo !!
Men, wat heeft ze geluk!!
Het maakt haar niet uit waar ze naar toe rijden, ze wil alleen maar languit op de leren banken liggen, nippen van de champagne, luisteren naar haar favo muziek en genieten !
Daar is tie…….prachtig……het lijkt wel een droom.
Het is een witte met voorop op de neus een gouden kroontje.
De chauffeur is ook in stijl, prachtig donker blauw pak en dito pet met klep.
Je kan wel zien bij wie hij hoort, ook hij is opgesierd, met een gouden kroontje op zijn pet
Een bodyguard was ook wel gaaf geweest denkt ze glimlachend.
De chauffeur opent het portier voor haar, ze stapt in en laat zich wegzakken in de zachte bank.
“Dit is het echte leven, zo is het ooit bedoeld!” is de gedachte die door haar heen schiet.
Ze kan zich niet voorstellen dat het in het paradijs nog mooier is geweest.
De wagen zet zich langzaam in beweging, haast geluidloos glijdt hij door de straat.
De bocht om, nog een bocht om, de stad uit.
Iris geniet.
Opeens frons ze haar wenkbrauwen, de omgeving waar ze doorheen rijden is niet fraai meer.
Tuinen vol oude rotzooi, wat is dit voor achterbuurt?
De chauffeur is vast verdwaald, ze wil tegen het raampje tikken dat haar van hem scheidt, maar de limo stopt al.
De chauffeur opent het portier en laat twee mensen instappen.
Iris ruikt een zware geur van oud zweet, ze deinst naar links, zover mogelijk uit de buurt van de twee mensen die instappen.
“Tokkies” denkt ze geschokt, “Tokkies, in mijn mooie limo!”
Ze krijgt een vriendelijke blik toegeworpen en een stevige handdruk, “Ook voor de limo gekozen? Nou wij ook, nooit gedacht dat ooit eens mee te maken, weet je wel niet wat dat kost? De eigenaar schijnt echt ALLES voor ons over te hebben”.
Iris knikt, ze voelt zich wit wegtrekken, waar is ze in verzeilt geraakt?
De limo komt weer in de beweging en stopt pas als ze een zigeunerkampje ingereden zijn.
Vol afgrijzen ziet Iris een paar kampers naar de auto lopen.
“Het is een nachtmerrie!” huilt ze vanbinnen.
De kampers stappen in, ze lachen hun gouden tanden bloot, “Wat een gelukkie”.
Zelf rijden ze graag in hun grote Amerikaanse slee, maar dit past ook wel bij hun stijl.
Ze zouden hem alleen nog wat willen pimpen met grote, bonte vazen, hier en daar een engeltje en roze vitrage met roesjes voor de ramen, dat zou het afmaken.
Vol afgrijzen hoort Iris hun verhalen aan, de glazen worden vol champagne geschonken, er wordt geklonken op de gulle eigenaar.
Iris kan geen slok naar binnen krijgen, alsof alles dicht zit.
Het liefst zou ze uitstappen en terug naar huis lopen, maar ze heeft geen idee waar ze zijn.
De harmonische muziek die door de geluidsboxen klonk is gestopt, een stem leest Lucas 9 : 57 – 62 voor.
Verward denkt Iris “Wat moet ik hier nou weer mee?”
Even later stoppen ze naast een oude, gammele bak, aan het kenteken te zien een auto uit Oost Europa.
“Het zal toch niet waar zijn?”, maar het is wel waar…….even later zitten er een Oost Europese man, vrouw en kind in de limo.
“Handig hè, zo’n limo” lacht de chauffeur voordat hij de deur dicht doet.
Daar zitten ze dan met z’n achten!!!!
“Ik moet eruit, ik móet eruit !” is het enige waar Iris aan kan denken.
Ze gooit het portier open en rolt bijna naar buiten.
De chauffeur stapt bezorgt uit, “Past het niet ? Ik dacht……”
“Het past wel, maar ik wil naar huis” zegt ze met trillende stem.
“Maar je wilde nog langs je school rijden?” zegt de chauffeur verbaasd.
“Dat hoeft niet meer”
“We gaan nog picknicken bij het meer … ‘Brood en Wijn’, de Eigenaar verwacht je……… !” zegt de chauffeur ernstig.
“Ik kan het niet…..niet met hen” denkt ze, maar ze durft het niet hardop te zeggen, dat zou een belediging zijn.
Ze kijkt naar haar jurk, haar gala jurk, haar trots, die een stevige duit gekost heeft.
Hij is één en al kreukels, er zit een zwarte veeg op en er hangen kattenharen aan,.
De chauffeur ziet haar blik, zacht zegt hij “Je mag komen zoals je bent, je hoef je niet beter voor te doen. Het gaat niet om je buitenkant maar om je binnenkant”.
Iris barst in snikken uit “Maar mijn binnenkant is ook niet mooi, je moest eens weten wat ik onderweg allemaal heb gedacht!”
“Dat is mooi dat je dat zegt … dat noemen we zelfkennis.”
Iris weet niet wat ze hoort “Mooi?”
“Ja mooi, want als je beseft wie je bent, besef je ook dat je hulp nodig hebt. Die hulp is er, de Zoon van de Eigenaar, Jezus Christus kan je helpen”.
Wil ze dat? Aanvaarden dat ze zondig is? En daarom redding aanvaarden?… Of zal ze trots haar kin in de hoogte steken en rechtsomkeert maken.
Diep vanbinnen speelt zich een gevecht af tussen Goed en kwaad …………..
Resoluut opent ze het linker achterportier van de limo.
Als ze weer plaats genomen heeft in de limo krijgt ze een groezelige zakdoek aangereikt, twee paar donker bruine ogen kijken haar intens aan.
“Moet ze hiermee haar tranen wegvegen? ………. Ach, waarom ook niet”.
“Dank je” stamelt ze.
De vrouw zal haar wel niet verstaan, daarom pakt ze de hand van de vrouw en knijpt er zachtjes in.
Zal dat in Oost Europa hetzelfde betekenen als in Nederland?

Misschien herken je je helemaal niet in de verhalen van Nina, David en Iris.
Je weet waaraan je begon toen je de uitnodiging van Jezus aanvaardde om Hem te gaan volgen.
Je weet wat Jezus van jou verwacht; God liefhebben boven alles en je naaste al jezelf.
Je weet dat als je Jezus wilt volgen het leven geen luilekkerland wordt.
Luister dan goed, speciaal voor jou die vol enthousiasme Jezus wilt volgen, heb ik het verhaal van Tom.
Misschien is zijn verhaal wel jouw verhaal …………..

Tom houdt van verre reizen, daarom kiest hij voor het vliegtuig.
Zo’n grote Boeing 747, machtig dat zo’n machine in de lucht blijft hangen!
Met twee zware koffers meldt hij zich bij de incheckbalie, hij mag per koffer maximaal 23 kilo meenemen, de koffers hebben samen 10 kilo overgewicht, zonder mokken betaald Tom bij.
Doordat de reis gratis is met de Koninklijke Boeing 747 heeft hij genoeg geld over voor iets extra’s.
Hij voelt zich diep gelukkig, eindelijk kan hij naar Zuid Afrika, het land en de inwoners die hem al zo lang bezig houden.
Lang heeft hij gespaard, maar nog steeds had hij nog niet genoeg voor een langdurig verblijf in dat prachtige land.
Nu was daar dat prachtige aanbod ‘Volg Mij!’, hij had niet lang na hoeven denken, alles heeft hij achter zich gelaten, eindelijk kan hij zijn hart volgen.
Vol verbazing kijkt hij naar zijn ticket, business class?
Als hij het prachtige vliegtuig instapt merkt hij dat er alleen maar business class is.
Het vliegtuig vult zich met mensen van allerlei pluimage; bejaarden, rappers, gehandicapten, kinderen, kakkers, emo’s, alto’s.
Bij de slurf van het vliegtuig wordt hij opgevangen door de Steward.
Tom kent hem, ook al heeft hij hem nooit in levende lijve ontmoet, de Steward is de Zoon van de eigenaar van de Koninklijke Boeing.
Verwondert laat hij zijn handbagage het vliegtuig binnen dragen door de Steward.
Tijdens de vliegreis wordt hij bediend door de Steward.
Hij ziet hoe de Steward op zijn knieën het braaksel van een kind opruimt,
Als de ogen van Tom de ogen van de Steward ontmoeten spreekt hij fluisterend de vraag uit die in zijn hart brandt; Waarom?
“Ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen” is het eenvoudige antwoord.
Tom buigt zijn hoofd, hij voelt tranen, dit is pure Liefde ………….
Hij voelt nog sterker het diepe verlangen om deze pure Liefde te beantwoorden.
Tom pakt zij bijbel en leest Matth. 25 : 34 – 40.
Na een lange reis, kan hij eindelijk zijn voeten zetten op Afrikaanse bodem.
Zo snel als mogelijk is laat hij zich naar de sloppenwijken van Soweto brengen.
Daar zal hij een half jaar gaan werken en wonen tussen weeskinderen van aidsslachtoffers.
Het zal een zware klus worden, de meeste kinderen hebben zelf ook aids.
Regelmatig zal hij de dood in de ogen zien.
Dertig kilo aan speelgoed verdwijnt uit zijn koffers in gretige kinderhandjes.
Hij heeft zichzelf geen hoge doelen gesteld, anders zal het één grote teleurstelling worden.
Al na een week houdt hij een doodziek kind in zijn armen dat elk moment kan sterven.
Driftig probeert hij zijn tranen weg te slikken, niet nu…..straks mag hij huilen.
Twee diep bruine ogen kijken hem intens aan.
Wat is dat? Vrede? Ziet hij Vrede in de ogen van dit ten dode opgeschreven kind?
Het kind fluistert wat……..hij legt zijn oor bij de mond van het kind………..”Tot ziens … in de hemel” prevelt het.
Dan houdt Tom het niet meer, tranen druppelen op het gezicht van het kind dat zijn ogen sluit.
De dagen rijgen zich aaneen, dagen vol vreugde en verdriet.
Tom maakt lange dagen, té lange dagen.
Na een half jaar staat hij opgebrand bij het vliegveld, slapen wil hij, heel lang slapen.
Maar eerst moet hij nog de lange reis naar huis maken.
Het is weer de Steward die hem opvangt, nu letterlijk, onderaan de trap.
Hij draagt hem de Koninklijke Boeing binnen.
Er is een bed voor hem klaar gemaakt, Tom voelt nog net dat er een deken over hem heen gelegd wordt, dan verliest hij het bewustzijn.
Hoe lang hij geslapen heeft weet hij niet, maar als Tom wakker wordt landt de Koninklijke Boeing op een ijsvlakte in Antarctica.
Verbaasd zegt hij tegen de Steward “We zitten verkeerd, we zouden naar Nederland gaan”.
“Mijn gedachten zijn hoger dan jouw gedachten Tom”.
“Maar wat moet ik hier? Hier wonen geen mensen die ik kan helpen.”
“Je kent het gebod; God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf”.
“Daar probeer ik naar te leven, Meester”.
“Onvoldoende Tom”.
“Zeg me wat ik fout doe, dan kan ik mijn leven beteren”.
“Liefhebben als jezelf …….. Je hebt jezelf niet lief Tom. Je offert jezelf helemaal op voor de ander. Dat is niet goed. Je lichaam is een tempel van de Heilige Geest, je hebt de plicht daar goed voor te zorgen. Je hebt je lichaam uitgeput.
Daarom Tom heb ik je naar deze plek, zonder hulp behoevende mensen gebracht, om uit te rusten.
Geniet van besneeuwde bergtoppen, imposante gletsjers en ijsbergen, pinguïns, pelsrobben, zeeolifanten, stormvogels, walvissen, zeeluipaarden.
Geniet van door zonlicht prachtig gekleurde ijsformaties en van een warm bad in door hete bronnen verwarmd zeewater.
Geniet van Mijn schepping”.
Er verschijnt een dankbare glimlach op het vermoeide gezicht van Tom.
“God is goed, Halleluja!” welt in hem op.

 

Ellen Geluk