Drama- en Mimegroep Salt

Christelijke Sketches

 

1. De duivel op sokken: ‘De leugens van satan’

Introductie : Wat vind jij van wicca en vrije seks? Oké, het is helemaal van deze tijd, maar sta je er wel eens bij stil wat God daarvan vindt? Denk je zelf je keuzes te kunnen maken in het leven? Als jij je niet door God laat leiden, dan leidt Zijn Tegenstander je wel. Iemand die maar één doel heeft, alles kapot maken wat goed is.
Laat jij je gebruiken?

Personen :

– Meisje 1 = gewoon gekleed, heeft een tasje bij zich.
– Meisje 2 = als wicca gekleed.
– Duivel 1 = in het zwart gekleed, met een zonnebril op. Gezicht wit
geschminkt, zwart omrande ogen.
– Duivel 2 = in het zwart gekleed, gezicht wit geschminkt, zwart omrande
ogen.

Benodigdheden :

– Geluidsinstallatie; 2 headsets, 1 losse microfoon, 2 boxen, 2 standaards, snoeren.
– Witte schmink, zwart oogpotlood.
– Verkleedkleren.

Belangrijk : Als de duivels spreken staan de meisjes stil (alsof de tijd stil staat) en andersom.

Drama :
De duivels komen zwijgend en met een uitgestreken gezicht de kerk inlopen en gaan op het podium staan.
D. 2 : “Waarom heb je die stomme zonnebril op?”
D. 1 : “Ik wil niet herkend worden.”
D. 2 : ( geïrriteerd )”We zijn onzichtbaar, Gluiperd!”
D. 1 zet zijn bril af.
D. 1 : “Ze komen er bijna aan ik heb ze onderweg gezien.”
D. 2 : “Denk erom, vriendelijk blijven, anders werkt onze invloed averechts.”
D. 1 : “Het zal een zware klus worden, ze staan nog steeds onder invloed van De Grote Tegenstander. Regelmatig gaan ze naar Zijn gemeente.”
D. 2 : “Ze bidden al minder, dus binnenkort weer een wapenrusting minder. Maar jammer genoeg bidden hun ouders veel voor hen, zodat we nog niet zoveel grip op ze hebben.”
D. 1 : “Daar heb je de eerste” (ze knikt met haar hoofd in de richting waaruit  M. 1 verschijnt).
M. 1 loopt het podium op, blijft daar staan, kijkt om zich heen alsof ze iets zoekt en kijkt uiteindelijk op haar horloge (ze reageert niet op de duivels!).
M.1 : (Verrast als ze M. 2 ziet verschijnen) “ Hoi!”
M. 2 beantwoordt haar groet, op het podium zoenen ze elkaar uitgebreid op de wangen.
M. 1 : “Lang niet gezien.”
M. 2 : “Zeker een jaar geleden hè?”
M. 1 : “Minstens, hoe bevalt het in Arnhem?”
M. 2 : “Ik heb het er reuze naar mijn zin.”
M. 1 : “Werk je nog in die schoenenwinkel?”
M. 2 : “Nee, ik werk sinds een paar maanden in een natuurwinkel”.
M. 1 : “Natuurwinkel?…………….Wat heb jij met een natuurwinkel?……Vroeger at je niets liever dan een patatje oorlog!”
M. 2 : “Daar ben ik nog steeds dol op. Maar om op je eerste vraag terug te komen, ik heb héél veel met de natuur, ik doe namelijk aan wicca.”
M. 1 : “Wicca, dat heeft toch met hekserij te maken?”
D. 2 : (tegen M. 2 ) “Nou, nou, niet schrikken, ze bedoeld het niet kwaad, gewoon even uitleggen dat het iets heel onschuldigs, goeds en natuurlijk iets spannends is, dat je allemaal kan vinden in de natuur.”
M. 2 : ”Het is WITTE magie hoor! Het is allemaal erg positief. We zijn erg bezig met onze spirituele ontwikkeling en willen met onze gaven anderen helpen. Je moest eens weten hoeveel energieën erin de natuur te vinden zijn.”
M. 1 : “Is het niet gevaarlijk om je….”
D. 1 : “Ho, ho, dat is niet aardig om tegen haar te zeggen. Je kwetst haar daarmee. Trouwens, er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Wil je haar echt gaan betuttelen ? Dat is echt niet meer van deze tijd!”
M. 1 : “Ik bedoel……wat gedurfd van je.”
M. 2 : “Gedurfd ?….Ik hoef heus niet op een bezemsteel te vliegen hoor. (weifelend) Al moet ik zeggen, sommige rituelen ……..”
D. 2 : (zegt gehaast) “Kom, kom, dat zijn oeroude tradities. Je ouders houden zich toch ook aan tradities ? Het is mooi om die levend te houden! Je weet het “Als het niemand schaadt, doe wat je wilt.”
M. 2 : “Genoeg over mij, hoe is het met jou?”
M. 1 : “Bij jou vergeleken heb ik maar een saai leventje, ik werk nog steeds op dat administratiekantoor”.
M. 2 : “Ik hoorde dat je een vriendje hebt.”
M. 1 : “O ja, Harrald…..helemaal het einde…..`k Heb een foto van hem, wil je hem zien?”
M. 2 : “Tuurlijk!”
M. 1 rommelt in haar tas, M. 2 kijkt over haar schouder mee.
M. 1 laat een foto van haar vriend op haar mobiel zien.
M. 2 : “Leuke kerel …… Doe je het?”
M. 1 : (verbaasd) “Wat “Doe je het?”
M. 2 : “Nou, gewoon zoals ik het zeg, “Doe je het?”
M. 1 : “Waar heb je het over?”
M. 2 : “Houd je maar niet van de gekke, ik zie de condooms in je tasje liggen.”
D. 1 : “Rustig, rustig maar, niets om je voor te schamen, jullie houden toch van elkaar?”
M. 1 : “Ja, maar we houden van elkaar.”
M. 2 : “Vinden je ouders dat wel goed?”
M. 1 : “Ehhh….”
D. 1 : “Poeh!……ze leest zeker geen kranten. Pas las je toch een artikel in de krant over één van de laatste taboes in de kerk ; Seks buiten het huwelijk. Je moest eens weten hoeveel christenen een prostituee hebben bezocht of vreemd zijn gegaan! Dus?…………………….”
M. 1 : “Ik weet niet wat mijn ouders ervan vinden, maar dat maakt niks uit, seks hoort gewoon bij het leven.”
M. 2 : “Ik krijg dorst van dat kletsen, zullen we even ergens wat gaan drinken?”
M. 1 : “Goed idee!”
Ze lopen samen vrolijk de kerk uit, de duivels kijken hen zwijgend na.
D. 2 : “Zo, we mogen niet ontevreden zijn…..We hebben het gesprek aardig naar onze hand kunnen zetten.”
D. 1 : “En als ze, en velen met hen, zo door blijven leven, hoeven we voorlopig niet bang te zijn voor een opwekking in Nederland.”

Beiden verlaten zwijgend de kerk.

 

Ellen Geluk

____________________________________________________________________________

 

2. De duivel op klompen: ‘God(de)loos’

Introductie : “Er is geen God, anders zou er toch niet zoveel ellende op deze wereld zijn?” Speelt die gedachte ook door jouw hoofd? Veel van wat erop deze wereld gebeurt is GODDELOOS, daar zijn we het wel over eens. Maar weet je wat het betekent als de wereld GOD- LOOS zou zijn?

Personen:
1. V = vrouw
2. M = meisje
3. J = jongen

Benodigdheden:
– folders
– eventueel gesloopte fiets

Drama:
M. staat met folders in haar hand te koukleumen in het schemer, ze stapt van haar ene been op haar andere been.
V. komt aanlopen en wil M. passeren.
M : “Mevrouw, ik wil u graag deze folder aanbieden.”
V. pakt de folder aan, bekijkt hem eens aandachtig.
V : (fel) “God? Wat moet ik daarmee?”
M : (rustig) “Kent u God?”
V : (fel) “Er is geen God, anders zou er toch niet zoveel ellende in de wereld zijn?”
M : (vriendelijk) “Er is hoop voor deze wereld, mevrouw.”
V : (fel) “Ik geloof er geen snars van! Trouwens jullie God zegt toch dat als ik niet in Hem geloof ik naar de hel ga en voor eeuwig pijn moet lijden?! Dat vind ik nog eens chanteren! (triomfantelijk) De meeste mensen geloven dus alleen maar uit angst.”
M : “De hel is de plek waar God niet aanwezig is, mevrouw.”
V : (fel) “Nou, so wath?! Ik red me prima zonder God. Als ik hem nu niet nodig heb, heb ik hem dan ook niet nodig.”
V. drukt de folder weer terug in de handen van het M. en beent weg.
M. kijkt haar terneergeslagen na en verlaat dan ook de speelruimte.

J. komt enthousiast aanlopen, van de andere kant komt V. aanlopen.
J : “Ik heb hem gevonden!”
V : “Wat heb je gevonden?”
J : “Je fiets! Die was toch gejat?”
V : (blij) “Oo echt? Fantastisch! Waar heb je hem gevonden?”
J : “In het Oranjepark.”
V : “O, daar?”
J : “Hij is niet meer de oude hoor.”
J. sleept een gesloopte fiets het speelveld in.
V : (onthutst) “Oo, de lampen zijn eraf getrapt.”
J : “Kijk dat slot, dat is met grof geweld gedaan…… Zonde van die jasbeschermers, helemaal kapot gesneden.”
V : (met verstikte stem) “Dat zadel, er zitten wel 10 messteken in … alsof ze het moesten afslachten. Ik zie het voor me, daar in het park, donker en stil, een aantal jongens om een fiets, haat in hun ogen, met een koud hart, woede die eruit moet. Als het een mens geweest was, zouden ze het dan ook zo gedaan hebben? Trappen, steken, snijden.”
J : (weinig overtuigend) “Niet hier, dat doen ze in Amsterdam.”
V : “‘k Had net een gesprek met een meisje van de kerk. Ze gelooft dat ondanks al die rottigheid God er toch is. Volgens haar is de hel de plek zonder God.”
J : “Dat zou betekenen dat het nog veel erger kan ….”
V. en J. zoeken een plek om even te gaan zitten, ze staren verslagen voor zich uit.
J : (mompelend) “Dan is er alleen haat.”
V : (vol afgrijzen) “Vernietiging.”
J : (verdrietig) “Alleen maar trappen, steken, snijden.”
V : “Ik …. ik wil niet verder denken, het is té erg. (emotioneel) Daar wil het meisje me dus voor behoeden.”
J : “God ….”
V : “God help …”
J en V : (wanhopig omhoog kijkend) “God help ons!”
J . en V. slaan de armen om elkaar heen en lopend zwijgend de speelruimte uit.

 

Ellen Geluk

_______________________________________________________________________________

 

3. Primetime

Introductie : Dreun jij ook iedere dag trouw het ‘Onze Vader’ op? Wat zeg je eigenlijk? Wat vraag je eigenlijk? Waarom is bidden zo belangrijk?
Het volmaakte gebed in jouw en mijn woorden.

 

4. Geloven is topsport!

Introductie : (Uitgangspunt: 2 Tim. 4 : 7,8) Geloven is niet iets passiefs, het is bidden en werken. Het is op sommige momenten héél hard werken, zelfs strijden, tot aan de eindstreep. Maar ….. de beloning zal overweldigend zijn!
Ga jij ervoor???
Tip : Opwekkingslied nr. 564 past hier heel goed bij.

 

5. Wapenrusting

Introductie : (Uitgangspunt: Efeze 6 : 10 -18) Michael Jackson dacht door een mondkapje te dragen virussen en bacteriën te slim af te zijn. Hij stierf op 50 jarige leeftijd aan een hartstilstand.
Condooms, windenergie, biologisch geteelde groenten, ophoging van de dijken, zonnebrandmiddelen, vitaminen, mineralen, vaccinaties …… ze lijken niks met elkaar te maken te hebben, maar schijn bedriegt. Ze zijn er om ons te beschermen, ze moeten ervoor zorgen dat we blijven leven, zolang als we maar willen. Maar daar heeft de dood geen boodschap aan, hij komt als een dief in de nacht zegt de bijbel.
Hebben we dan helemaal niets te vertellen? Goddank wel! God biedt ons Zijn wapenrusting aan om onszelf te beschermen. Met de waarheid, gerechtigheid, inzet voor het evangelie van de vrede, geloof, verlossing en Gods woorden heb je EEUWIG LEVEN voor de boeg!

Tip : Opwekkingslied nr. 43 past hier heel goed bij.